Een gezellige avond met knusse verlichting én daarbij ook nog rekening houden met het milieu en je portemonnee? Het kan! Ledlampen zijn niet alleen zuiniger dan halogeenlampen en spaarlampen, maar ze bieden ook extra gebruiksgemak. Met de mogelijkheid om de lichtsterkte en soms zelfs de lichtkleur aan te passen, geven ze je volledige controle over de verlichting. Je leest hier alles wat je moet weten voordat je ledverlichting gaat aanschaffen. 


Stap 1 - Welke fitting heb ik nodig?

Het is belangrijk dat je een lamp met de juiste fitting kiest. Niet iedere lamp past in elke armatuur (dat is de behuizing waar je de lamp in draait). Op de afbeeldingen zie je welke fittingen er allemaal zijn. De E27, E14 en GU10 zijn het meest voorkomend.

E27 (grote fitting) 

Deze fitting kennen we ook wel als het klassieke peertje. Het gaat hierbij om een lamp met schroefdraadfitting. De standaard diameter van deze dikke schroeffitting is 27 mm. Een populaire lamp met E27 fitting is de led kogellamp. 

E14 (kleine fitting)

Deze dunne schroeffitting heeft een diameter van 14 mm. Lampen met deze kleine fitting zie je vaak terug in afzuigkappen, koelkasten en schemerlampen. De bekendste lamp met een E14 fitting is het kaarslampje. Dit is een lampje dat vaak wordt gebruikt in een kroonluchter.





GU10 

Dit is een typische fitting voor spotjes. Het is één van de meest voorkomende fittingen bij inbouwspots, zoals bijvoorbeeld plafondspots. De letters GU geven aan dat het gaat om een steekfitting met pennen, in plaats van een schroefdraadfitting. Het cijfer 10 staat voor de 10 mm afstand tussen de pinnetjes. Deze fitting heeft een bajonetsluiting: je drukt de lamp in het voetje en draait hem rechtsom.

G4

G4 ledlampen zijn compacte steeklampen, hierdoor passen ze gemakkelijk in de kleinste armaturen. Het cijfer 4 staat voor de 4 mm afstand tussen de pinnetjes. De lampen werken op 12V. Voordat ze worden aangesloten hebben ze een transformator (trafo) nodig.

G9

Bij G9 ledlampen zit er 9 mm afstand tussen de pinnen. Deze lampen werken op 230V en kun je rechtstreeks op het stroomnetwerk aansluiten. Je hebt dus geen trafo nodig.





Stap 2 - Kies je lichtsterkte

Wat is watt?

    Het aantal watt geeft het energieverbruik van de lamp aan. Als een lamp van 10 watt 1 uur brandt, verbruikt deze 0,01 KwU. Dit is dus de hoeveelheid stroom die de lamp verbruikt. Je kunt op die manier ook de kosten berekenen. In dit geval zou het minder dan 1 cent kosten, maar dit is natuurlijk wel afhankelijk van je energietarief.

     

    Wat zijn lumen?

    Lumen is een eenheid om de lichtopbrengst aan te duiden. Hoe hoger het aantal lumen, hoe meer licht de lamp geeft. Dit heeft dus niets te maken met de kleur van het licht. Om lampen te vergelijken, kun je het beste het aantal lumen vergelijken. Hoe groter het aantal lumen, des te groter de hoeveelheid licht. Je vindt deze informatie op de verpakking. Daar vind je ook het energielabel, waarop je kunt zien hoe zuinig de lamp is.

     




Hoeveel licht heb je nodig?

  • Sfeerlichtjes - 100-250 lumen ofwel 1-2,5W
  • Schemerlampen - 200-400 lumen ofwel 2-5W
  • Tafel/wc/badkamer - 400-600 lumen ofwel 4-7W
  • Werklicht/gang/keuken - 600-1000 lumen ofwel 6-10W
Zoals je ziet is er een verband tussen het aantal lumen en het aantal watt dat een lamp verbruikt. Hoe hoger de lichtopbrengst, des te hoger de wattage. Als er meerdere lampen in een armatuur zitten, dan kan er per lamp een lager wattage worden gekozen, of kun je kiezen voor een dimbare versie.

 

Wat te doen bij een flikkerende ledlamp?

Lampen met een E14 of E27 schroeffitting werken op 230 volt, net als lampen met een GU10 bajonetfitting of een G9 steekfitting. De lampen met steekfittingen G4, G5.3 of M11 werken op 12 volt. Om deze lampen te gebruiken heb je een trafo nodig. Trafo is een afkorting voor transformator: een klein apparaatje dat de hogere stroomspanning van het stroomnet (230 volt) omzet in lagere stroomspanning (12 volt). De trafo wordt vaak in de armatuur of het plafond weggewerkt. Wanneer de lampen gaan flikkeren op de bestaande trafo, moet de trafo worden vervangen door een led-trafo (die ook energiezuiniger is).


Stap 3 - Kies de juiste kleurtemperatuur voor jouw ruimte

De kleurtemperatuur speelt een belangrijke rol bij de uitstraling van licht en het bepalen van de sfeer in een ruimte. Bij ledlampen wordt de lichtkleur uitgedrukt in Kelvin (K).

Een lagere kleurtemperatuur (lager getal) zorgt voor een warmer, geler licht. Dit wordt als meer ontspannen ervaren. Aan de andere kant straalt een hogere kleurtemperatuur (hoger getal) een koeler, blauwer licht uit. Ledlampen zijn er in allerlei verschillende kleurtemperaturen: er zijn soorten die overeenkomen met traditionele gloeilampen (warmwit, 2700K) of TL-lampen (wit, 3000K) en alles daar tussenin. 

2700K

De meest voorkomende lichtkleur is 2700K, wat vergelijkbaar is met het warme licht van normale halogeenverlichting en gloeilampen. Deze lichtkleur wordt ook wel 'extra warm wit' genoemd. Het geeft een lichte gele tint en is bijzonder geschikt voor ruimtes waar sfeer een belangrijke rol speelt.

2800K

De lichtkleur 2800K, hoewel iets minder gebruikelijk dan 2700K, zorgt voor een kalme sfeer. Deze lichtkleur wordt geclassificeerd als 'warm wit' en zorgt voor een sfeervolle verlichting. Met een iets koelere tint dan 2700K, voegt 2800K verfijning toe aan jouw ruimte. 

3000K

Lampen met de lichtkleur 3000K zijn perfect geschikt als werkverlichting, waarbij productiviteit een belangrijke rol speelt. Het koele witte licht creëert een actieve en energieke sfeer, wat ideaal is voor een productieve werkomgeving. Met de heldere verlichting kunt je efficiënt werken en je taken met volle energie aanpakken.

Stap 4 - Kies de juiste vorm en soort

Helder of mat?
Vaak heb je de keuze tussen een matte of een heldere lamp. Matte lampen worden ook wel 'milky' genoemd en geven een wat diffuser licht. De heldere lamp heeft doorzichtig glas. Met welke lamp je te maken hebt wordt vrijwel altijd aangegeven in de benaming van de lamp. Anders vind je het terug in de productbeschrijving. 

Verschillende vormen en maten
In de naam wordt ook vaak de vorm van de lamp benoemd. De meest voorkomende vormen zijn de kaars, bol en spot.

De traditionele gloeilampen waren meestal doorzichtig (met zichtbare gloeidraad) of melkwit. In peervorm, bolvorm of kaarsvorm. De vorm werd mede bepaald door het type armatuur. Er is voor elke vorm wel een ledlamp te vinden. De doorzichtige ledlampen worden ook wel aangeduid als 'filamentlamp'.


Stap 5 - Wel of geen dimmer?

Sommige ledlampen kun je dimmen. Let hiervoor wel op dat de lamp die je koopt 'dimbaar' is. Als dit het geval is staat dat in onze webshop altijd aangegeven in de productomschrijving. Daarnaast heb je een goede dimmer nodig. Een "ouderwetse" dimmer voor gloeilampen werkt vaak niet. Het is dus aan te raden om een nieuwe of speciale dimmer voor ledlampen aan te schaffen.

Bij "ouderwetse" dimmers kan het een probleem zijn dat ze een vrij hoog minimumvermogen (wattage) vereisen - wat de veel zuinigere ledlampen vaak niet halen. Dit is de reden dat ledlampen kunnen gaan knipperen wanneer ze worden aangesloten op een dimmer waar eerst een halogeenlamp in zat.

Het instellen van een dimbare ledlamp kan (afhankelijk van het merk) met een afstandsbediening en/of met een app op een telefoon of tablet. De dimmer zit dan in de lamp zelf, je hebt dus geen externe dimmer nodig. Er is vooralsnog één merk (EGLO) dat de opties app en afstandsbediening combineert én ook een goede Lm/W-verhouding heeft.

Er zijn ook dimbare ledlampen die alleen kunnen worden aangesloten op een externe leddimmer (traditionele dimmers werken niet goed samen met LED). Bij vervanging van 12 volt halogeenlampen (G4 G5.3 en G11) door ledlampen, moet als regel ook de trafo worden vervangen.


Op welke manieren kun je dimmen?

Bij het kiezen van een lamp moet je dus niet alleen letten op het type fitting (en voltage), de vorm en lichtkleur, maar ook besluiten of, en zo ja op welke manier je de lamp wilt dimmen. De dimbare ledlampen zijn duurder en iets minder energiezuinig dan de niet-dimbare ledlampen. De goede niet-dimbare ledlampen leveren meer dan 100 lumen per watt.

Er is ook nog een optie 'stepdimming.' De lamp start op 100%. Door meteen nog een keer te schakelen gaat de lamp naar 50% en met nog een keer schakelen naar 25%.

Voor het dimmen zijn de volgende opties in de markt:

  • Niet dimbaar (de goede minstens 100 Lm/W)
  • Extern dimbaar, dimmer moet geschikt zijn voor LED
  • Dimbaar met app en/of afstandsbediening 
  • Dimbaar en kleurinstelbaar met een afstandsbediening of app
  • Stepdimming

Kleurweegave

Kleurweergave bij een ledlamp verwijst naar het vermogen van de lamp om kleuren zo nauwkeurig mogelijk te weergeven in vergelijking met natuurlijk zonlicht. Het wordt gemeten aan de hand van de Color Rendering Index (CRI), ofwel de kleurweergave-index.
 
De CRI is een numerieke schaal van 0 tot 100, waarbij een hogere waarde aangeeft dat de kleuren beter worden weergegeven. Een waarde van 100 betekent dat de kleurweergave zeer nauwkeurig is en vergelijkbaar met daglicht.
 
Ledlampen verschillen in hun vermogen om kleuren weer te geven. Dit kan invloed hebben op de manier waarop we kleuren zien in een verlichte omgeving. Een ledlamp met een hoge CRI-waarde (meestal 80 of hoger) zal kleuren levendig en natuurlijk laten lijken, terwijl een ledlamp met een lagere CRI-waarde de kleuren minder accuraat kan weergeven, waardoor ze er flets of verschoten uitzien. Voor algemeen gebruik in huis of op kantoor kunnen lampen met een CRI-waarde van 80 voldoende zijn.

Bekijk ook


Energielabels: wat houdt het in?
Lees hier alles over de nieuwe energielabels. Ledlampen met energielabel A++ worden nu F


Op welke manieren kan ik besparen op stroom?
Vind hier handige tips waarmee je je stroomverbruik eenvoudig kunt verminderen!